CODE 4 - NIVEAUS DE Présentiel
Dernière mise à jour : 09/12/2025
Contact
pgilet@erap-gsob.brussels
Tel : 02/213.60.45
Description
INLEIDING
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de personeelsformatie en de loopbaan van het personeel verloopt de toegang tot een leidinggevende of directiefunctie (code 4) via bevordering, na het succesvol afleggen van een specifiek examen dat wordt georganiseerd door de plaatselijke besturen. Om alle kandidaten op dit bevorderingsexamen voor te bereiden, biedt de GSOB een opleidingstraject aan dat de kennis, vaardigheden en attitudes omvat die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van een functie van rang 4. Deze 10-daagse opleiding is bedoeld voor personeel van gemeenten en OCMW's. Ze bestaat uit 4 afzonderlijke modules.
1) Tenzij anders overeengekomen vinden de opleidingen plaats in de volgende periodes:
- Gemeenschappelijke sessies in het Frans 'Gemeentebesturen en OCMW's'
- Voor medewerkers van de niveaus B en C:
- Eén sessie in juni
- Voor medewerkers van de niveaus B en C:
- Gemeenschappelijke sessies in het Nederlands 'Gemeentebesturen en OCMW's'
- Voor medewerkers van de niveaus B, C, D en E:
- Eén sessie in mei
- Voor medewerkers van de niveaus B, C, D en E:
INHOUD
MODULE 1: ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN PERSONEELSSTATUUT (2 DAGEN)
1) Afhankelijk van de herkomst van de deelnemers wordt de nadruk gelegd op de organisatie van de gemeente of het OCMW, maar elke deelnemer krijgt een globaal overzicht van de opdrachten van de gemeenten en de OCMW's
- Middelen voor een modern bestuur: de nieuwe gemeentewet - ordonnantie van 5 maart 2009, managementtools (driejarenplan, directiecomité, HRM enz.), gevolgen voor de organisatie binnen de gemeenten
- Personeelsstatuut: twee types aanstellingen (statutair en contractueel), arbeidsreglement, sectorale overeenkomst (comité C)
- Sociaal handvest: algemene loopbaanprincipes, toepassingsgebied, personeelsclassificatie, de zeven thema's van het Sociaal Handvest
MODULE 2: MANAGEMENT EN LEIDERSCHAP (4 DAGEN)
1) Dagen 3, 4, 5 en 6 zijn voornamelijk gewijd aan de presentatie van teammanagementtools, die in de vorm van oefeningen in de praktijk worden gebracht
- Presentatie van de verschillende types leadership en inleiding tot situationeel leadership
- Vertrouwensfactoren en verschillende delegatiemodellen om erkenning te krijgen als manager
- Een team motiveren, teamwerk optimaliseren, cohesie binnen het team creëren, conflicten beheren, reageren in moeilijke situaties
- Communiceren met de buitenwereld, met andere diensten en met collega's
- Individuele gesprekken voeren, personeel evalueren, negatieve feedback geven, opbouwende kritiek formuleren, individuele doelstellingen bepalen
- Optimalisering van de relatie verkozene-ambtenaar: complementaire rollen en een algemeen organisatiemodel
- Tools om het systeem en de situaties te decoderen: organisatiesysteem, potentieel van het team, conflictsituaties
- Hulpmiddelen voor besluitvorming: SWOT-model en SAGE-methode
- Plannings- en organisatietools: QQOQCP-model, retroplanningsschema, prioriteitentabel, tabel voor werklast versus beschikbaarheden, dashboard voor inzet van middelen en budgetten, dashboard voor risicobeheersing
- Beoordelingsinstrumenten: prestaties vs. doelstellingen, waargenomen vaardigheden vs. functiebeschrijvingen, STAR-praktijkanalyse
- Optimalisatietools: STAR, werkprocessen in kaart brengen, werkprocessenstromen, goede praktijken vastleggen, omgaan met weerstand
- Formatieve zelfbeoordeling van deelnemers met het oog op hun examen op basis van een beoordelingsrubriek
MODULE 3: WELZIJN, GEZONDHEID EN VEILIGHEID OP HET WERK (3 DAGEN)
1) Op dag 7, 8 en 9 komen de volgende punten aan bod:
- Introductie en bewustmaking van risicobeheer
- Voorstelling van de preventiediensten
- Rol van de preventieadviseur en het comité (CPBW of overlegcomité)
- Vereisten inzake beschermende uitrusting en inrichting van de werkplaatsen
- Noodmaatregelen, maatregelen bij ongevallen en organisatie van de eerste hulp
- Preventie van psychosociale risico's
- Preventie van alcohol- en middelengebruik
- Werknemers verwelkomen
- Gezondheidsmonitoring
- Analyse van verschillende praktijkgevallen en hun mogelijke impact op het welzijn van het individu
MODULE 4: DEONTOLOGIE EN ETHIEK VAN DE MANAGER (1 DAG)
De tiende en laatste dag staat voornamelijk in het teken van de kernbegrippen van openbare dienstverlening: ethiek, moraal, regels, plichten, respect, recht, waarden, hiërarchie, deontologie, diversiteit, multiculturaliteit enz
Objectifs de la formation
MODULE 1: ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN PERSONEELSSTATUUT
1) Inzicht in de interne organisatie van het gemeentebestuur/OCMW
2) Inzicht in voogdijmechanismen
3) Kennis verwerven over de rechten en plichten van medewerkers
4) Ontwikkelen van belangrijke 'Code 4'-vaardigheden
MODULE 2: MANAGEMENT EN LEIDERSCHAP
1) Leiderschapsvaardigheden ontwikkelen
2) Teambeheer en -prestaties optimaliseren
3) Communicatievaardigheden verbeteren
4) Methodes aanleren voor het opvolgen en ontwikkelen van medewerkers
MODULE 3: WELZIJN, GEZONDHEID EN VEILIGHEID OP HET WERK
1) Het wettelijke en organisatorische kader voor veiligheid op het werk begrijpen (WOW)
2) De tools en methoden voor het beheer van beroepsrisico's aanleren (met name het Dynamisch Risicobeheersingssysteem (DRBS) en de uitwerking van doeltreffende preventieplannen)
3) Inzicht krijgen in de rollen en verantwoordelijkheden van de hiërarchische lijn op het gebied van veiligheid en welzijn op het werk
4) De kennis verwerven die nodig is om noodsituaties te beheersen
5) De specifieke risico's van de werkomgeving identificeren, begrijpen en voorkomen
MODULE 4: DEONTOLOGIE EN ETHIEK VAN DE MANAGER
1) De grondbeginselen van de openbare dienstverlening begrijpen en integreren
2) De belangrijkste ethische regels onder de knie krijgen die alle managers binnen de ambtenarij moeten respecteren, inclusief de rechten en plichten van een werknemer en het gedrag dat van een manager wordt verwacht
3) De waarden van de openbare dienst uitdrukken en belichamen in het management
4) Een managementaanpak ontwikkelen die gericht is op het bevorderen van diversiteit en het bestrijden van discriminatie
5) Kennis verwerven van het wettelijk kader (Kaderordonnantie van 25.04.2029 en de Brusselse Code inzake Gelijkheid, Non-discriminatie en de Bevordering van Diversiteit (Brussels Gewest, GGC en COCOF))
6) Weten hoe te reageren en concreet te handelen in situaties van discriminatie