GAS – VASTELLENDE AMBTENAAR – INITIËLE VORMING Présentiel

FINANCIERING EN KOSTELOOSHEID

Dankzij de subsidie die door safe.brussels aan de GSOB werd toegekend, en binnen de grenzen van dit budget, is deze opleiding gratis toegankelijk voor het publiek dat door het programma wordt beoogd (zie hieronder), onder voorbehoud van de naleving van onze AV.

INLEIDING

Gemeenten genieten de mogelijkheid inbreuken op hun reglementen en verordeningen administratief te bestraffen en hetzelfde geldt voor bepaalde strafrechtelijke inbreuken die de wet op beperkende wijze opsomt Inbreuken op de gemeentelijke reglementen en verordeningen evenals bepaalde inbreuken op het verkeersreglement kunnen door gemeentelijke of gewestelijke ambtenaren worden vastgesteld (artikel 21 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties) Deze ambtenaren moeten echter een specifieke opleiding volgen zoals nader bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie aanwerving opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van overtredingen die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie

De basisopleiding die [minimaal] 40 uur duurt is verdeeld in vier modules zoals bedoeld in het koninklijk besluit :

1) De wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties met bijzondere aandacht voor de verplichtingen van de vaststeller diens bevoegdheden en verantwoordelijkheden alsook de rechten en plichten van burgers op voor het publiek toegankelijke plaatsen en heterdaadsituaties
2) De werkingsbeginselen van de politiediensten
3) Het vaststellen van de overtredingen en de redactie van de vaststelling
4) Conflictbeheersing inbegrepen positieve conflictbeheersing met minderjarigen

INHOUD

MODULE 1 (14U): DE WETGEVING MET BETREKKING TOT DE GEMEENTELIJKE ADMINIS TRATIEVE SANCTIES

1) De taken van de gemeente inzake openbare orde de filosofie en de doelstellingen van de gemeentelijke administratieve sancties de ontwikkeling van de regeling
2) De betrokken partijen en in het bijzonder de vaststellende ambtenaar: zijn belang in de keten zijn functie zijn statuut zijn competenties
3) Het wettelijk en reglementair kader inclusief het algemeen politiereglement: de inhoud en het dagelijks gebruik ervan
4) De uitkomst van het dossier : de besluitneming van de sanctionerende ambtenaar; de sanctie de alternatieven voor de administratieve geldboete en het belang ervan
5) Het concrete parcours van een GAS-dossier van de vaststelling tot het opleggen van een administratieve boete of het beroep: wat gebeurt er met 6) de vaststelling van de ambtenaar?
7) De specifieke kenmerken van de dossiers met betrekking tot minderjarigen
8) De gemengde inbreuken en het protocolakkoord met het parket
9) De administratieve sancties andere dan de geldboeten; de verbanden tussen de GAS en de administratieve politie
10) De rechten en plichten van de burgers

MODULE 2 (3U): DE WERKINGSBEGINSELEN VAN DE POLITIEDIENSTEN

1) De geïntegreerde politiemacht gestructureerd op twee niveaus
2) Aandacht voor de lokale politie (en in het bijzonder voor de meergemeentepolitiezones zoals deze in Brussel georganiseerd zijn) : organisatie en werking verhoudingen met de gemeentes basisfuncties van de lokale politie
3) Het onderscheid tussen gerechtelijke politie en administratieve politie
4) Het strafrechtelijk beleid van het parket en van de politiezones met betrekking tot de onwellevendheid en de GAS
5) De uitwisseling van informatie tussen de politie en de gemeenten en de samenwerking tussen de diensten op het terrein

MODULE 3 (14U): HET VASTSTELLEN VAN DE OVERTREDINGEN EN DE REDACTIE VAN DE VASTSTELLING

1) De vaststelling van inbreuken in praktijk:
2) De beoordelingselementen: het beleid van de gemeente de discretionaire bevoegdheid
3) Het onderscheid tussen openbare ruimte publiek toegankelijke en niet-publieke plaatsen
4) Tot waar kan de vaststellende ambtenaar gaan?
5) De aan te nemen gedragingen en houdingen
6) De identificatie van de overtreder
7) Het eventuele gebruik van foto's
8) Het opstellen van vaststellingen:
9) De elementen nodig voor elke vaststelling
10) De structuur van de vaststelling
11) De rubrieken de afkortingen de standaardzinnen
12) Het model voorgeschreven door de regelgeving
13) Bewijskracht van de vaststelling

MODULE 4 (14U): CONFLICTBEHEERSING INBEGREPEN POSITIEVE CONFLICTBEHEERSING MET MINDERJARIGEN

1) De conflicten en de agressiviteit waarmee de vaststellende ambtenaren geconfronteerd kunnen worden
2) Omgaan met frustratie en agressiviteit
3) Beheersen van emoties in een conflictsituatie
4) Ontwikkelen van assertiviteit
5) De efficiënte houding om geen agressiviteit uit te lokken om de spanning te verminderen of om het gevaar te vermijden
6) De eigenheden van jongere

CERTIFICERING
Er wordt voor alle modules een examen georganiseerd. Een kandidaat is geslaagd wanneer hij minstens 50% behaalt van de
punten voor elke module en een globaal gemiddelde van minstens 60%.

KENNIS

1) Het fenomeen van overlast en de filosofie van de wet op de gemeentelijke administratieve sancties begrijpen
2) Kennis hebben van de wetgeving inzake gemeentelijke administratieve sancties en de uitvoeringsbesluiten daarvan
3) Kennis hebben van de bestanddelen van gemengde inbreuken op basis van het Strafwetboek
4) Desgevallend kennis hebben van de inhoud en de werking van het protocol van akkoord tussen de gemeente(n) en de procureur des Konings
5) Weten hoe een politiezone werkt zowel in een meergemeentezone als een eengemeentezone
6) Weten wanneer er een beroep moet worden gedaan op de politie
7) Kennis hebben van de wetten die de materies regelen die tijdens de opleiding aan bod komen / van de rechten en plichten van de vaststeller en de burger alsook van het verschil tussen openbaar domein privédomein en toegankelijk publiek domein
8) Kennis hebben van de basiselementen om een vaststelling te doen : nietigheid - geldigheid
9) De omzendbrief OOP 30bis aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet de omzendbrief OOP 30ter waarbij uitleg verschaft wordt bij de wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet krachtens de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen en de omzendbrief waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties

VAARDIGHEDEN

1) In staat zijn om een rechtsgeldig proces-verbaal of administratief verslag op te stellen
2) Inbreukmakende situaties kunnen beoordelen
3) Het doel van de wet kunnen uitleggen
4) In staat zijn om het doel van de betrokken politieverordeningen uit te leggen
5) Een gemeentelijk reglement kunnen gebruiken en toepassen
6) Beschikken over de sociale basisvaardigheden die nodig zijn om de functie uit te oefenen die contact met de bevolking inhoudt
7) Zich op correcte wijze en zonder stress uitdrukken tijdens interpersoonlijke contacten

ATTITUDES

1) Een inbreuk kunnen vaststellen
2) Zich op correcte wijze gedragen en een correct voorkomen hebben aangepast aan de situatie
3) Blijk geven van een bepaalde deontologie (geen vooringenomenheid objectiviteit respect voor het beroepsgeheim / specificiteit van de functie)
4) Verantwoordelijkheidszin tonen
5) Blijk geven van burgerzin
6) Overtuigd zijn van het nut van administratieve sancties

POTENTIEEL

1) Op de hoogte blijven van eventuele wijzigingen van het gemeentelijk reglement van de eigen gemeente

De opleiding richt zich op ambtenaren van de Brusselse lokale en gewestelijke overheden die geen politieagent zijn en die belast zijn met de vaststelling van inbreuken op de GAS-wetgeving. Het koninklijk besluit van 17 december 2023, dat het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie wijzigt, bepaalt dat de vaststellende ambtenaren ten minste dienen te beschikken over:

• hetzij een diploma hoger secundair onderwijs;
• hetzij een getuigschrift lager secundair onderwijs of tweede graad van het secundair onderwijs, aangevuld met ten minste vijf jaar  werkervaring bij een gemeente of een overheid/entiteit bedoeld in artikel 21, § 1, 2°, van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Die ervaring moet relevant zijn voor de functie. 

Voor gemeenschapswachten bepaalt het koninklijk besluit van 17 december 2023 dat de gemeenschapswacht-vaststeller ten minste dient te beschikken over

• hetzij een diploma hoger secundair onderwijs;
• hetzij een getuigschrift lager secundair onderwijs of tweede graad van het secundair onderwijs, aangevuld met ten minste vijf jaar functierelevante werkervaring bij een gemeente.

De opleiding staat eveneens open voor sanctionerend ambtenaren en administratief personeel dat verantwoordelijk is voor de opvolging van de GAS-dossiers.

De opleiding is dynamisch en interactief. Bovendien is de opleiding gericht op de concrete praktijk van de ambtenaren en meer in het bijzonder deze van de Brusselse ambtenaren. De lesgevers zijn vertrouwd met de realiteit.

Bepaalde delen van de opleiding zijn uitgesproken praktisch en gebaseerd op (dril)oefeningen. In de module over de vaststelling van overtredingen en het opstellen van vaststellingen (module 3), moeten de deelnemers zich op het terrein begeven om werkelijke overtredingen vast te stellen en de overtreders te interpelleren; vervolgens moeten zij een fictieve vaststelling opstellen op basis van de beschikbare modellen. De module over conflictbeheersing (module 4) is georganiseerd rond fictieve (maar realistische) situaties van interactie tussen vaststellende ambtenaren en overtreders. De problemen waarmee de ambtenaren dagelijks geconfronteerd kunnen worden, worden in deze module in scène gezet en door de deelnemers in groep behandeld.

De meer theoretische delen van de opleiding (modules 1 en 2) worden verduidelijkt aan de hand van praktijkgevallen en anekdotes.

In de mate van het mogelijke bestaan de groepen uit ambtenaren van verschillende administraties, met het oog op ervaringsuitwisseling en verspreiding van goede praktijken.